Elke dienst voor geestelijke gezondheidszorg (DGG) die activiteiten wilt uitoefenen op het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, die door haar organisatie niet kan worden beschouwd als exclusief behorend tot de Franse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschap, moet een erkenning krijgen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (de GGC).
De DGG bieden onthaal, oriëntering, hulp en zorg aan elke persoon die psychische of psychologische moeilijkheden ondervindt.
Ze bieden elke persoon die een beroep op hen doet:
- een onthaalpermanentie;
- advies of oriëntering;
- onderzoek en diagnose;
- psychosociale of psychologische begeleiding;
- een therapie;
- een medicamenteuze behandeling;
- enz.
De DGG kunnen ook raadplegingen aanbieden inzake psychomotoriek, logopedie, ergotherapie, pedagogie, enz. Enkele diensten beschikken over een gespecialiseerd team voor kinderen en jongeren, die er samen met hun gezinsleden terechtkunnen.
De DGG organiseren of werken samen rond preventieactiviteiten die zich richten tot de bevolking of tot maatschappelijk werkers (informatie, sensibilisering, vorming en supervisies in de geestelijke gezondheidszorg). Ze kunnen specifieke projecten ontwikkelen voor bepaalde doelgroepen, in het bijzonder in de onthaalruimtes voor jonge kinderen.
Het is verboden de benaming "centrum voor geestelijke gezondheidszorg", "dienst voor geestelijke gezondheidszorg" of "guidancecentrum" te gebruiken zonder erkend te zijn.
Voorwaarden
Om door het Verenigd College te worden erkend moet de Dienst voor geestelijke gezondheidszorg opgericht zijn door een vereniging zonder winstoogmerk of een openbare dienst, zoals een gemeente, een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een vereniging bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De erkenningsvoorwaarden zijn vastgelegd in de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en in het besluit van het Verenigd College van 7 mei 1998 inzake de erkenningsprocedures en -normen, de toekenning van subsidies en de overeenkomsten betreffende de diensten voor gezondheidszorg.
Stappen
Elke erkenningsaanvraag moet worden gericht aan de leden van het Verenigd College bevoegd voor gezondheidsbeleid, vergezeld van een administratief dossier. Alvorens een voorlopige erkenning te verlenen, plant de administratie een bezoek in om de veiligheids- en architecturale normen te verifiëren. Indien de dienst kan functioneren onder voorwaarden die verenigbaar zijn met de vereiste normen, verlenen de bevoegde leden van het College een voorlopige erkenning voor een periode van één jaar, die eenmaal kan worden verlengd. Tijdens de periode van de voorlopige erkenning plant de Administratie een tweede bezoek om de goede werking van de dienst in overeenstemming met de geldende normen na te gaan. De Adviesraad brengt vervolgens binnen twee maanden na adiëring een advies uit over de erkenningsaanvraag. Wanneer die termijn van twee maanden verstreken is, wordt aan de adviesvereiste voorbijgegaan. Vervolgens verlenen of weigeren de bevoegde leden van het Verenigd College de erkenning. De erkenning wordt verleend voor een periode van zes jaar die kan worden verlengd.
Kost
Gratis
Regelgeving:
Toepassing van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van het besluit van het Verenigd College van 7 mei 1998 inzake de erkenningsprocedures en -normen, de toekenning van subsidies en de overeenkomsten betreffende de diensten voor gezondheidszorg